SV | De oprechtheid der oprechten leidt hen; maar de verkeerdheid der trouwelozen verstoort hen. |
WLC | תֻּמַּ֣ת יְשָׁרִ֣ים תַּנְחֵ֑ם וְסֶ֖לֶף בֹּוגְדִ֣ים [וְשַׁדָּם כ] (יְשָׁדֵּֽם׃ ק) |
Trans. | tummaṯ yəšārîm tanəḥēm wəselef bwōḡəḏîm wəšādām yəšādēm: |
De oprechtheid der oprechten leidt hen; maar de verkeerdheid der trouwelozen verstoort hen.
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
De oprechtheid der oprechten leidt hen; maar de verkeerdheid der trouwelozen verstoort hen.
Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!